Luc ten Klooster is afkomstig uit een kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader was kunstschilder en graficus, en hij groeide op tussen de kunstwerken die zijn vader als beeldhouwer schiep. Zijn interesse in fotografie ontwikkelde zich al op jeugdige leeftijd maar hij koos eerst voor een carrière als concertpianist. De behoefte om zich visueel uit te drukken werd echter steeds groter en vanaf het einde van de jaren ’90 exposeerde hij zijn fotowerk in diverse galeries in heel Nederland. Hij ziet zichzelf meer als beeldend kunstenaar dan als fotograaf en hij experimenteert graag met diverse technieken, niet alleen om de grenzen te verkennen van wat nog “fotografie” mag heten, maar ook om juist een brug te slaan tussen heden en verleden. Hij maakt daarom ook graag gebruik van een combinatie van “ouderwetse” analoge verworvenheden met de huidige (bijna onbegrensde) digitale techniek. Foto’s die reeds decennia geleden “gemaakt” zijn kunnen dan ook onverwacht van een geheel nieuwe uitdrukkingsvorm voorzien worden. Mede door die combinatie en de gekozen stijl kunnen tijdloze beelden ontstaan waarin vaak onder de oppervlakte vele verwijzingen aanwezig zijn naar het verleden.
Het vrouwelijk naakt is in zijn werk een belangrijke rol gaan spelen. Echter niet zozeer met de vooral seksueel gerichte connotatie die onze huidige maatschappij zo kenmerkt, maar ook hier weer verwijzend naar een meer klassieke sculpturele vormgeving en esthetiek waarin de vrouw volledig in haar waarde als mens gelaten wordt. Dit kwam het eerst tot uiting in zijn serie “Geketend” waarin diverse bekende historische, literaire, bijbelse en mythologische figuren geportretteerd zijn. De titel van de serie verwijst naar een citaat van Lady Jane Wilde: “We kennen nu de geschiedenis van de vrouw vanaf het Paradijs tot de 19e eeuw en we hebben al die eeuwen niets anders gehoord dan het gerammel van haar ketens”.